woensdag 29 september 2010

Europa (nrc.next 29.09.2010)

‘Maar we krijgen er zoveel voor terug.’ Dat is de reflex, dat is het standaard Brusselse antwoord. Nederland is de op één na grootste betaler van de Europese Unie. Maar daar moet men niet over klagen, want de opbrengsten zijn enorm.

Europese samenwerking levert ons bedrijfsleven inderdaad een aantal zeer concrete voordelen op, maar een interne markt bestaat ook zonder die jaarlijks bijdrage van 2 miljard euro. Die gaat namelijk voor 80% naar Europese solidariteit: structuurfondsen voor welvaartsgelijkheid en landbouwsubsidies. Op een enkel Drents fietspad na, ziet Nederland daar nauwelijks wat van terug.

Toch moeten we meer gaan bijdragen. Althans, dat wil de Europese Commissie. Tegen elke denkbare economische tendens in, wilden zij de Europese begroting dit jaar met 6% laten stijgen. De Europese Raad wist dat enthousiasme iets te temperen naar 3% maar als het aan het parlement ligt wordt dat waarschijnlijk niet lager. Het ondenkbare wordt realiteit: terwijl elke lidstaat pijnlijke bezuinigingen bij zijn boze bevolking probeert goed te praten, gaat de Europese expansie rustig door.

Europa lijkt niet te kunnen remmen. Europese politici lijken niet in staat zijn om weerstand te bieden aan die standaard politieke reflex van altijd maar méér geld nodig hebben voor meer regels, meer lidstaten en meer subsidies. En ook al is het doel van al die Europese regels vaak ontastbaar, of vaag of idealistisch, toch lijkt men in Brussel ervan overtuigd dat bezuinigingen altijd onwenselijk zijn. Achteruitgang. Zonde.

Het nieuwste wapen om niet te hoeven bezuinigen wordt deze maand gepresenteerd: de Eurobelasting. Want als de lidstaten niet extra willen betalen, dan vindt een beetje eurocommissaris het gerechtvaardigd om de euro’s dan maar bij de burger zelf te komen halen. Wel zo makkelijk: burgers bijten zich namelijk niet vast in moeizame onderhandelingen. Ze bedingen geen kortingen, Europese belastingbetalers demonstreren doorgaans nauwelijks. Sterker nog, 65 procent weet niet eens de weg naar het Europese stemhokje te vinden. En wie toch klaagt die bijten we gewoon toe hoe weinig ze er allemaal niet van snappen, hoe kleinburgerlijk ze zijn, en vooral hoe ze, zonder dat ze het weten, er zo ontzettend veel voor terug krijgen. Dat werkt altijd.

woensdag 22 september 2010

Israel (nrc.next 22 september)

De burgemeesters van Westbank-nederzettingen zijn niet welkom bij de tour door de Nederlandse gemeenten. En terecht. De nederzettingen zijn illegaal en vormen een direct opstakel op de weg naar eentwee staten oplossing. En in Nederland kletsen we niet alleen over onze internationale waarden, we handelen er ook naar.

Eigenlijk handelen we met twee standaarden. Er zijn landen als Canada, Australië, en de EU: welvarend, democratisch, hoogopgeleid, ze lijken min of meer op ons. Hun lot trekken we ons meer aan. Maar we stellen ook hogere eisen. Elke misstap op het gebied van mensenrechten en minderhedenbeleid valt op.

En dan zijn er landen als Turkije, Rusland, Indonesië. Een aanslag in Ankara trekken we ons minder aan, het staat verder van ons bed. Maar we verwachten ook minder ‘goed westers gedrag’ en zien vooral de lichtpuntjes tussen de overdaad aan mensenrechtenschendingen.

Israël behoort vaak tot categorie 1, de Palestijnen tot categorie 2. Zowel Israël als de Palestijnen begingen oorlogsmisdaden tijdens de Gaza-oorlog volgens de VN, maar we rekenen dat Israël meer aan. Hamas executeert systematisch politieke tegenstanders, maar wij wijzen erop dat Palestijnse gevangenen in Israël geen familiebezoek mogen ontvangen. Van een democratische rechtstaat verwachten we gewoon meer.

Toch verdwijnt die westerse meetlat onmiddellijk nu Israël weer wordt aangevallen. Sinds de vredesbesprekingen zijn hervat landden er tientallen Qassam raketten en mortiergranaten op Israël. En die mogen dan wel zelden hun doel raken, de dreiging is groot. Toch blijft de ophef uit.

Dat Nederland de nederzettingen in woord en daad afkeurt is duidelijk en terecht. De vraag is nu hoe Israël volgens de westerse waarden moet reageren op de beschietingen? Moeten ze achteroverleunen? Incasseren? Extra ontwikkelingsgeld sturen? De grenzen verder openen? Of is het dan toch toegestaan om terug te schieten? Maar dan misschien niet zo precies? Het is tijd voor een antwoord, en dit keer bij voorkeur voordat Israël weer orde op zaken moet gaan stellen en de westerse wereld wederom in verbijstering achter zich moet laten.

woensdag 15 september 2010

Post (nrc.next 15 september 2010)

Weinig pathetischer dan de laatste stuiptrekkingen van de traditionele postmarkt. Postbodes ken ik alleen nog als verongelijkte mannen die dapper strijden tegen hun onafwendbare lot. Afgelopen zondag stopte de protestmars voor het grote centrale postkantoor op de Coolsingel, dat al jaren leegstaat. Daar stonden ze dan met hun megafoons voor de dichte deuren. Als een groep mijnwerkers die eist dat de mijnen weer opengaan. De scharensliepen die hun banen terug eisen.

TNT zoekt ondertussen wanhopig naar een bedrijf aan wie ze dat afstervende ledemaat kunnen slijten. Maar niemand zit te wachten op 15.000 onopgeleide overbetaalde stakkers die binnen tien jaar alleen nog de kerstkaartjes van oma hoeven rond te brengen.

Ooit was de post van groot belang voor Nederland: in een democratie moeten burgers in staat worden gesteld om door correspondentie vrij informatie te vergaren. De postwet verzekerde daarom dat het briefgeheim gegarandeerd werd en er zes dagen in de week zou worden bezorgd.

Maar de huidige functie van die zesdaagse bezorging ontgaat me volledig. Weinig dingen vind ik irritanter dan post. Ik verafschuw elke instantie die me een brief stuurt. Wat moet ik met een ANWB-lidmaatschapnummer op een stuk papier of een brief over de veranderingen binnen ABN Amro? Ik wil geen stapels correspondentie meer, ik wil geen mappen vol administratie waar geen zoekbalkje boven staat. En ik wil nooit maar dan ook nooit meer een brief hoeven te versturen. Ik wil nooit meer dat intense gevoel van incompetentie als ik na een week nog steeds niet de juiste envelop, postzegel, adres en uitgeprinte brief bijeen heb. Ik wil nooit meer twijfelen of een envelop misschien meer weegt dan 20 gram. Of of hij wel aankomt. Ik wil gewoon op ‘send’ drukken. Nu.

Vandaag kondigen de vakbonden aan dat ‘de handschoenen uitgaan’, dat er poststakingen zullen volgen. En ik kan alleen maar denken: staak maar! Lang en wijdverspreid! Maak de post maar onbetrouwbaarder, moeilijker, duurder. Dan zullen al die vervloekte instanties die mij nog post sturen, misschien eindelijk inzien dat email ieders leven makkelijker maakt.

woensdag 8 september 2010

Baardentrekken (7 september 2010 nrc.next)

Elsevier-columnist Bart Jan Spruyt is zo’n opiniemaker. Iemand met een overactieve bullshit detector. Zo’n columnist die denkt dat politici altijd een geheime agenda erop nahouden. Altijd toneel spelen. Nooit de waarheid zeggen.

Een voorbeeld. Vlak na de verkiezingen laat Rutte weten dat een kabinet met PVV en CDA zijn voorkeur heeft. Meerdere malen zegt hij dit, luid en duidelijk, heldere taal. Maar de rechtse optie mislukt in eerste instantie door tegenwerking van het CDA. Onvermijdelijke onderhandelingen over Paars Plus beginnen.

Wat schrijft Spruyt in zijn Elsevier-column? ‘Rutte heeft rechtse kiezer in de val van de sociaal-liberale stagnatie gelokt’. Jaja, dames en heren, u had het allemaal niet door, maar Bart Jan Spruyt gelukkig wel. Rutte is stiekem links! Rutte hoort bij clubje Dijkstal! Rutte heeft de kiezer voorgelogen met zijn rechtse verkiezingsretoriek! Zodra hij het formatie-initiatief in handen krijgt holt hij naar zijn vrienden op links!

Extra gênant is het als een paar dagen na het verschijnen van de Elsevier, Rutte de stekker uit Paars Plus trekt en Cohen en consorten in de kou laat staan. Spruyt had blijkbaar geen rekening gehouden met die piepkleine kans dat als een politicus iets beweert, dat ook wel eens gewoon waar kan zijn.

Geen reden voor Bart Jan om te stoppen met zijn ontmaskerings-queeste. Maandag trok hij Geert Wilders weer eens stevig aan de baard. Jaja, die Wilders mag dan al wel een jaar lang beweren dat hij graag wil meeonderhandelen. Eigenlijk wil hij dat helemaal niet. Eigenlijk wil hij gewoon groot worden in de oppositie. Ja, het is u vast ook ontgaan, maar Geert Wilders heeft wekenlang met tegenzin aan de onderhandelingstafel gezeten. Gelukkig had Bart Jan Spruyt dat wél door.

En wat blijkt, Wilders zegt heel hard au! maar zijn baard blijft stevig zitten: dinsdag spoedt hij zich terug naar de onderhandelingstafel. Weer fout. Weer een mislukte ontmaskering, Misschien is het beter als Bart Jan Spruyt zich met minder falsifieerbare theorieën gaat bezighouden. Of als hij de sensitiviteit van zijn bullshit-detector iets bijstelt. Het zal zijn geloofwaardigheid goed doen.