woensdag 31 maart 2010

Urbi et Orbi (31.3.2010 nrc.next)

Zondag, eerste paasdag. De Paus zit weer op zijn balkon en spreekt zijn ‘Urbi et Orbi’ uit, alsof er niets gebeurd is. De beschuldigingen lijken op Goddelijke wijze van hem af te zijn gegleden.

Ik probeer me telkens voor te stellen hoe dat in andere organisaties zou zijn gegaan. Stel je voor dat Benno L., de vieze zwembadopa, in de jaren tachtig kinderen misbruikte. En stel dat dat uitlekt en hij wordt ontslagen. Een directeur van een ander zwembad is volledig op de hoogte van het pedofiele verleden van meneer L. maar besluit tóch om deze man weer zwemles te laten geven. En natuurlijk grijpt hij de kans om in zijn nieuwe functie weer tientallen kinderen te misbruiken.

Wat doen we dan met die zwembaddirecteur? Ontslaan we hem? Nee, we geven hem promotie. We maken hem voorzitter van de tuchtraad van de zwembond. Op die plek moet hij honderden zaken behandelen van ontucht met kinderen. En altijd besluit de zwembaddirecteur om de zaken binnenskamers op te lossen. Nooit wordt de politie erbij gehaald, want het imago van de zwembond moest koste wat kost beschermd worden. Anders zouden moeders hun kinderen toch nooit meer naar zwemles sturen?

Kardinaal Ratzinger was die zwembaddirecteur. Hij schreeuwde nooit moord en brand, trapte nooit een scène, maar liet de straf en de vergiffenis over aan de hemel. Daarmee is hij medeverantwoordelijk, niet alleen voor het doofpotbeleid, maar voor honderden gevallen van misbruik. Mede door zijn gebrek aan optreden werd het namelijk nooit echt gevaarlijk voor pedofiele priesters om bij acute geilheid even zo’n jongetje van zijn bed te lichten. Zelden werden ze betrapt. En als ze betrapt werden volgde een fluisterende berisping en een veilige aftocht. Ratzinger behoedde hen voor de schande die het leven als veroordeelde pedofiel met zich meebrengt.

En wat doen we dan met kardinaal Ratzinger? We maken hem paus. En op eerste paasdag luisteren we ademloos naar zijn zalvende woorden. De vraag of hij moet aftreden is irrelevant. Aan niemand is hij meer verantwoording schuldig. Alleen God zal over hem oordelen.

woensdag 24 maart 2010

Vrijheidsdenken (nrc.next 24.03.2010)

De omstreden wet die het Amerikaanse zorgstelsel rigoureus zal hervormen werd in Nederland met luid gejuich ontvangen. Zelfs VVD-rechtserik Hans van Baalen vond het bij De Wereld Draait Door ‘ongelofelijk goed’.

En dat is begrijpelijk: het Amerikaanse zorgstelsel kost 16 procent van wat er per jaar in Amerika verdiend wordt. En er zijn bijna 32 miljoen mensen onverzekerd. De marktwerking is overduidelijk te ver doorgeslagen en zorgt met regelmaat voor onmenselijke situaties.

Maar terwijl wij in Nederland juichen, vindt volgens peilingen rond de helft van de Amerikanen de hervorming een slecht idee. Ze zijn bang voor extra belastingen en hogere verzekeringspremies. Het bijzondere is dat er van deze gigantische politieke groep in Nederlands geen enkel equivalent bestaat. Voor de doodstraf, voor de aanval op Irak, pro-life, van elk omstreden Amerikaans standpunt is wel een Nederlandse voorstander te vinden. Maar ik hoorde niemand die begreep waarom zo veel Amerikanen tegen deze wet zijn.

Het echte vrijheidsdenken is hier nauwelijks aanwezig. In een vrij land, zo redeneren de Amerikaanse liberalen, blijven de belastingen laag en zorgt de staat alleen voor veiligheid. Hoe meer geld de overheid heeft, hoe meer macht ze kan uitoefenen en met deze wet wordt Obama’s regering naar hun smaak te machtig. Burgers worden nu verplicht een verzekering te kopen en de belasting worden verhoogd om subsidies te betalen. Oftewel: de regering groeit ten koste van de vrijheid van de Amerikaanse burger.

In Nederland is de reflex andersom. In verkiezingsprogramma’s van politieke partijen wordt, nu de staatsschuld moet worden weggewerkt, ook vooral weer gekeken naar lastenverzwaringen zoals de beperking van de hypotheekrente-aftrek. Een belastingverhoging resulteert hoogstens in gemor. Echte verontwaardiging, over de aantasting in de persoonlijke vrijheid die belastingen in feite zijn, blijft uit.
Natuurlijk had Van Baalen gelijk, toen hij verklaarde vóór dit sterke staaltje hervormingspolitiek te zijn. Maar soms hoop ik dat een sprankje van dat Amerikaanse vrijheidsdenken de oceaan oversteekt. Het liefst nog voor 9 juni.

woensdag 17 maart 2010

lijst onbenul (nrc.next 17.3.2010)

Ik wil geen jongere meer zijn. En eigenlijk wil ik ook geen vrouw meer zijn. Ik wil bij geen enkele groep meer horen die een voorkeursbehandeling ontvangt. Ik heb genoeg van de goedbedoelde stimuleringsmaatregelen, de positieve discriminatie. Ik wil een blanke rijke man van rond de vijftig zijn, getrouwd, met twee kinderen. Ik heb namelijk, net als die man, geen steun nodig, van wie dan ook.

Ik heb geen zin meer om bij forumdiscussies mee te babbelen omdat men ook een ‘jong iemand’ aan tafel wil hebben, of omdat de lezing ‘voor en door vrouwen is’. Men zegt dat het in deze maatschappij niet meer zou moeten uitmaken wie je bent of waar je vandaan komt, maar waarom lijkt het dan soms, alsof we het nergens anders over kunnen hebben?

Nu moet de stem van de jongeren weer meer gehoord worden volgens BNN. Lijst 0 was eerst een programma waarin politiek op infantiele wijze aan de jongere werd uitgelegd, een soort lijst onbenul. Nu moet het een partij worden met jongeren die het aan idealen, of visie, of woede ontbrak om zonder een glamoureuze Idols-wedstrijd de politiek in te gaan.

Het is zó belangrijk dat jongeren een stem krijgen dat BNN voor het gemak even over het hoofd ziet dat het noch democratisch noch rechtvaardig is om met eigen belastinggeld één politieke partij van extra zendtijd te voorzien. In een democratisch stelsel is het cruciaal dat geen enkele partij een voorkeursbehandeling krijg. Maar voor de zwakke en ondergesneeuwde jongeren van Nederland wil BNN graag een uitzondering maken.

Welk jongerenissue er dan structureel over het hoofd wordt gezien in het huidige politieke landschap, is onduidelijk. BNN wacht nog op input van de kandidaten, die ‘aanstormende politieke beesten’, zoals de omroep ze zelf noemt. Moeten er weer meer hangplekken en jeugdcentra komen? Over dat soort onderwerpen zal het gaan. Jongeren die het over bezuinigingen willen hebben zijn vast niet hip genoeg voor BNN.

Als Lijst 0 echt is, als het geen 1 april-grap blijkt te zijn, dan praten er vanaf 9 juni misschien één of twee ‘jonge iemanden’ mee. En is Nederland over vier jaar weer een hangplek of tien rijker.

woensdag 10 maart 2010

Lente (nrc.next 10.3.2010)

Het CDA wil Balkenende als nieuwe lijsttrekker. Buiten het CDA wil niemand Balkenende als nieuwe lijsttrekker. 16% vond het een goed idee dat het CDA verder ging met hun leider. Het percentage dat Balkenende weer als minister-president wil zal wel onmeetbaar klein zijn.

Het is lente, Nederland is aan iets nieuws toe en Balkenende wordt uitgekotst. ‘Een slechte premier’. Zo noemde Wouter Bos zijn voormalig naaste collega. ‘Ruggegraatloos’ noemde Rutte de man die het bestuur van Nederland acht jaar voorzat. ‘Eindelijk verlost’, klonk het overal op Twitter. ‘Nooit meer Balkenende’ smeekte men in Facebook-groepen hartstochtelijk, alsof het om ‘Nooit meer Auschwitz’ ging.

En waar hij dat aan verdiend heeft is een raadsel. Balkenende was een degelijke premier. Sleepte ons land door de LPF ellende heen, regisseerde ingewikkelde affaires zoals die met Mabel Wisse Smit en papa Zoreguieta. Hij liet zien dat hij kan hervormen, de WAO, het zorgstelsel. Samen met Zalm durfde hij fors te bezuinigen, een kwaliteit die in het komende kabinet van levensbelang wordt. En ja, misschien was hij geen sterk leider, geen charmante persoonlijkheid, maar hij was niet corrupt, hij was niet betrokken in dubieuze affaires, sloeg in het buitenland geen modderfiguur en de enige controversiële uitspraak waarvan hij kon worden beticht ging over de VOC-mentaliteit. In tijden van politieke aardverschuivingen bleef hij zitten waar hij zat. Die oerdegelijke en saaie premier van ons verschafte zo de broodnodige politieke continuïteit, één van de belangrijkste voorwaarden voor economische voorspoed.

Maar zijn herbenoeming als minister-president lijkt verder weg dan ooit. Van heinde en verre worden ontevreden CDA-politici voor camera’s getrokken om te verklaren dat Balkenende ongeschikt is. CDJA jongeren uit Maastricht durven zelfs te melden dat de herbenoeming van één van ’s lands langst zittende premiers als CDA lijsttrekker ongeloofwaardig is. ‘Zijn houdbaarheidsdatum is verstreken.’ wordt er gezegd. ‘De kiezer is toe aan een nieuw gezicht.’

Zo gaat dat in de politiek. Dat is nu eenmaal democratie. Geen argumenten, geen analyse. De politieke ervaring en degelijkheid wordt bij het grofvuil gezet. Het is lente, dus is Nederland aan iets nieuws toe. Dat is nu eenmaal een natuurverschijnsel.

woensdag 3 maart 2010

Zaagmuziek (nrc.next 3.3.2010)

Een paar weken geleden dacht ik tijdens een concert aan gemeentebeleid. Het was in het muziekgebouw aan het IJ: een violist gebruikte zijn instrument om een geluid van een soort krakende deur te produceren. Naast hem zat een cellist die met zijn strijkstok zijn cello leek te willen doorzagen terwijl de altviool en tweede viool gekras produceerden dat zo hoog was dat het me geschikt leek om honden mee te straffen.

Ik had me die avond vergist: het strijkkwartet zou in plaats van mooie muziek alleen maar postmoderne muziek spelen. Zeg maar, muziek van het genre ‘ontoegankelijk’, het genre ‘niet bedoeld om van te genieten’, het genre waar niemand vrijwillig langer dan tien minuten naar wil luisteren tenzij je behoort tot de vijftig liefhebbers van excentrieke zaagmuziek die ons land rijk is. Ze waren allemaal in het muziekgebouw aanwezig die avond. De andere 600 plaatsen waren leeg.

Deze gemeenteraadsverkiezingen vraagt Amsterdam zich af hoe ze 620 miljoen kunnen bezuinigen. Er wordt openlijk getwijfeld of de Noord-Zuid lijn nog moet worden afgebouwd, of de parkeertarieven niet boven de vijf euro kunnen. Maar niemand hoor je over dat uit de hand gelopen cultuurhobbyisme: 115 miljoen euro gaat er jaarlijks naar onder andere 40 theaters, 30 concertzalen, elf balletgezelschappen, en tientallen andere kunstprojecten die stuk voor stuk niet rendabel zijn. En waarvoor de gemeente Amsterdam (en dus voor tweederde de Nederlandse overheid) moet betalen.

Het was niet eens een vraag in de stemwijzer. Zelfs in tijden van crisis stelt geen enkele partij voor om het subsidiebudget in te perken. Om in plaats van lelijke muziek te subsidiëren, het belastinggeld bij het volk te laten zodat de mensen zelf kunnen bepalen wat ze mooi vinden. En waar ze dus hun geld aan willen uitgeven.

Tijdens het concert vroeg ik me af wat de mensheid over tientallen eeuwen, als ze onze MP3´tjes samen met onze botten onder vijf sedimentlagen terugvinden, van ons zal vinden. Of ze onze eeuw zullen prijzen om de uitbundige creativiteit, of dat ze het meeste gewoon wansmaak vinden en de cd’s vol zaagmuziek niet eens overwegen om in hun musea ten gehore te brengen. Ik schaam me nu al.