donderdag 28 januari 2010

Bokje (nrc.next 28.01.2010)

De stroopwafel viel niet in goede aarde. Mijn Joodse gastvrouw in Tunesië rook er aan, stopte het toen voorzichtig in haar mond, kauwde even en keek me toen heel wantrouwend aan. ‘Is het wel koosjer?’ vroeg ze met volle mond. Ik knikte. Volgens mijn joodse regels was het heus wel een beetje koosjer. ‘Zit er dan soms melk in’? Natuurlijk zat er melk in, roomboter zelfs. Resoluut spuugde ze het stukje uit. ‘C’est péché!’ verklaarde ze.

Het woord péché leerde ik snel bij de Tunesische joden. Het betekent zondig. En als ik niet zo’n waardeloze jood was geweest had ik kunnen bedenken dat consumptie van melk na vlees zondig is. In de bijbel staat ‘je zult een bokje niet koken in de melk van de moeder’ en een beetje orthodoxe jood leeft dat tot op moleculair niveau na: dat betekent dus niet alleen dat cheeseburgers verboden zijn, maar ook dat er speciale melkbekers zijn die, daar kom ik die middag achter, NIET afgewassen mogen worden in de gewone keuken. ‘C’est péché!’ brengt moeder wanhopig uit als ze binnen komt. En dat alleen maar om dat stomme bokje.

Op sjabbat kom ik er pas echt achter wat voor afvallige ik ben. Op vrijdagavond reik ik de dochter pen en papier aan met de vraag of zij haar emailadres op wil schrijven. Dat is dom. Natuurlijk wil ze dat niet, schrijven is verboden, want schrijven is werken en werken is péché. En dat maakt veel onmogelijk op sjabbat. De geiser aansteken voor een warme douche is namelijk ook werken. Een DVD’tje kijken is werken. De koelkast opendoen is werken, want de deur van de koelkast drukt een lampje aan, en licht aansteken is ook werken.

Terwijl ik met moeder op het stoepje voor het huis niet zit te werken voel ik mijn telefoon trillen in mijn broekzak. Het is mijn vader. Hij is ook een waardeloze jood. Elke vrijdagavond belt hij om me sjabbat sjalom te wensen. Ik neem niet op. Bellen op vrijdagavond is péché.

Ik word er puberaal van. ’s Nachts luister ik stiekem onder de dekens naar mijn Ipod en eet de andere helft van de stroopwafel op. Dat is allemaal absolument, tout à fait péché. Ik hoop dat als ik wakker wordt sjabbat nog maar heel eventjes duurt.

maandag 25 januari 2010

Over straat (nrc.next 25.01.2010)

Ik ben een week op het Tunesische schiereiland Djerba. Op de eerste ochtendga ik een stokbrood kopen. De receptionist legt het uit: een paar honder meter verderopzit aan de rechterkant een bakker. Maar al na een paar stappenbuiten de deur van het hotel begin ik me onprettig te voelen. Overal hangen mannen rond. De enige vrouw die ik tegenkom zit verstopt achter meerdere sluiers en wordt begeleid door haar echtgenoot.

Ik loop langs een koffiehuis. Dat is niet zo’n leuke ervaring. Op het terras zitten tientallen mannen, die mij allemaal nastaren. Er klinkt geroep. Er klinkt dat vieze gesmak van door de lucht toegeworpen kussen. Ik steek snel over, maar ook daar valt een man me lastig door me links noch rechts voorbij te latengaan. Als opgeschoten wild schiet ik om hem heen. Na nog twee koffiehuizen gepasseerd te zijnheb ik geen zin meer. Ik besluit het stokbrood te laten zitten.

In de lobby van het hotel haalt een Duitse reisbegeleider zijn schouders op. ‘ Als vrouw kan je beter niet alleen over straat gaan’ zo vertelt hij. ‘Dat is hier nu eenmaal de cultuur’. Ik probeer te bedenkenwat nog meer ‘nu eenmaal de cultuur’ is. Hoe mijn leven hier eruit zou zien. Hoe vaak ik ergens niet naartoe zou kunnen? Hoe vaak ik mijn mening voor me zou moeten houden. Hoe vaak ik een onderneming zou moeten staken bij gebrek aan mannelijke begeleiding?

Maar ach, ‘ dat is nu eenmaal de cultuur’. Een cultuur, die niet beter of slechter zou zijn dan de Nederlandse. Ook vandaag de dag geloven mensen in Nederland nog in de multiculturele samenleving: dat we op een of andere manier verrijkt zoudenworden door vermenging met dit soort culturen en dat de seksistische, discriminerende inborst nu eenmaal als onderdeel geaccepteerd zou moeten worden.

Terug in mijn hotel ben ik binnen gaan zitten. De zon schijnt op mijn balkon, maar zelfs daar werd ik niet met rust gelaten door het publiek voor het hotel. Pas als mijn mannelijk reisgezelschap weer terug is, kan ik in deze cultuur weer zorgeloos over straat. Ik heb me nog nooit zo gediscrimineerd gevoeld.

woensdag 13 januari 2010

Commissie Davids (13 januari 2010)

Nu ik dit schrijf, net na de persconferentie van Balkenende, vrees ik voor het kabinet. Waar de PvdA het rapport ‘verontrustend’ noemt, verwijst de premier alle conclusies van de commissie Davids naar het rijk der fabelen, behalve de onschadelijke.

Zo’n kabinetscrisis is allerminst ondenkbaar. Het zal niet de eerste keer zijn dat een kabinet struikelt over een onderzoeksrapport naar een oorlog. Ook bij Srebrenica ging het over ‘gebrek aan regie’ van de minister-president en ‘gebrek aan informatie’ van het ministerie van defensie. Toen besloot het kabinet Kok ook op te stappen op basis van een oorlog die al jaren geleden had plaatsgevonden. En natuurlijk ging het daar wél over een militaire missie, maar toch, ik vrees met grote vrezen.

Ik vrees dat Bos besluit om nog even wat politieke spierballen te laten zien als mosterd na de maaltijd. Dat hij nog even net gaat doen alsof met de PvdA niet te sollen valt, terwijl onder hun bewind de JSF er wél kwam en een parlementaire enquête niet.

Dat een partij dan ineens op zijn strepen gaat staan is ook niet zonder precedent: D66 had al meerdere malen over zich heen laten lopen voordat ze (om de Ayaan-kwestie) het kabinet in 2006 uiteindelijk besloten op te blazen. En voor de duidelijkheid: D66 stond er toen ook niet florissant voor in de peilingen.

Zou het door zijn hoofd spoken? Zou Bos serieus overwegen om ermee te kappen? Om ons land achter te laten met een gigantische staatsschuld, een onhoudbaar uitgavenpatroon en geen enkel uitzicht op spoedige verbetering daarvan? Reken maar uit hoe lang het duurt voordat er weer een slagvaardig kabinet zit: achtereenvolgens komen er verkiezingen, daarna formatieperiode, onderhandelingen, kabinetscrisis (veroorzaakt door 5 nieuwe PVV-ministers), verkiezingen, 100 dagen rondneuzen, en dan wellicht, als het meezit, een voorzichtige bezuiniging. Ik voorspel dat we anderhalf jaar stuurloos zullen ronddobberen.

Zouden ze het overwegen? Kiezen onze hoogste bestuurders voor hun eigen politieke hachje of voor het welzijn van dit land? Met opstappen zouden ze Nederland geen slechtere dienst kunnen bewijzen. Ik vrees met grote vrezen.

woensdag 6 januari 2010

(nrc.next 6 januari 2010)

Toen de vingerafdrukken centraal werden opgeslagen was er nog wat tegenstand. En toen de telefoongegevens ineens werden bewaard alsof we allemaal criminelen zouden zijn werd er ook nog wat gemord. Maar tegen de bodyscans vond men het moeilijk om argumenten te vinden. Ik ken niemand die oprecht verontwaardigd is, die zich in zijn burgerrechten voelt aangetast.

En stel dat iemand het wel een probleem vindt? Hebben we dan nog recht van spreken als we zelf doorgaan met het online plempen van al onze digitale informatie omdat toch alleen onze 680 vage vrienden (en hun vrienden) het kunnen zien? Straks koppelt iedereen Linkedin aan Twitter aan Facebook aan Gmail en dan nóg moeten we gedwongen worden om moeilijkere wachtwoorden te kiezen. Dan nog zuchten we ongeduldig als we eerst uitgebreid op de privacy-bescherming worden gewezen voordat we onze creditcard gegevens ergens invullen.

De meerderheid van Nederland geeft niet meer om privacy. Zodra er ook maar één mislukte aanslag plaatsvindt wordt er gesmeekt om bodyscans, eist men dat iedereen die vliegt eventjes visueel gevisiteerd wordt, zonder verdenking, zonder aanleiding. We geven ons de hele dag bloot op internet, waarom zouden we dan een probleem maken van zo’n apparaat?

En weinig mensen kunnen nog overtuigend uitleggen waarom privacy belangrijk is. Sophie in ’t Veld kwam maandag in Pauw en Witteman niet verder dan dat het allemaal wel meevalt met de terrorismedreiging. GroenLinks gniffelde wat in het parlement over genitaliën die te zien zouden zijn. En zelfs Bits of Freedom kan het probleem van privacyschendingen niet concretiseren. Zij noemen ook vooral de kosten als nadeel van bodyscans.

Zodra de kosten als argument in een discussie over een essentieel burgerrecht mee gaan tellen, dan heeft dat essentiële burgerrecht zijn beste tijd gehad. Misschien heeft de meerderheid van Nederland wel gelijk en hoef je geen belang meer te hechten aan antieke begrippen als ‘persoonlijke levenssfeer’ en ‘lichamelijk integriteit’. Ik hoop van harte dat het recht op privacy inderdaad niet de moeite waard was om te verdedigen. En vooral hoop ik dat we geen belangrijke gevaren over het hoofd hebben gezien.