vrijdag 30 oktober 2009

Mag deze snotneus nog één dingetje zeggen over de AOW? (reactie op reacties op AOW artikel NRC Handelsblad dd 19 oktober)

http://weblogs.nrc.nl/expertdiscussies/afbraak-aow-treft-jongeren-en-de-nederlandse-beschaving/

Ik ben een hitser, een betoger zonder inzicht (Jan Aerts), een snotneus (Leonard Depoorter), ik heb pas recht van spreken als ik 48 jaar gewerkt heb (Martinus de Borst). Er is iets heel erg misgegaan met mijn scholing (Leen Karman), of nee, eigenlijk ben ik gewoon het bewijs van het falend onderwijs in Nederland (Loes Fruin). Maar gelukkig kom ik blijkbaar uit een stinkend rijke hoogopgeleide familie (Leen Karman, F. Markestein), dus daar kan ik me fijn achter verschuilen.

Met verbazing las ik de reacties op mijn opinieartikel van 19 oktober in NRC Handelsblad (Mijn generatie betaalt het geluk van de babyboomers). De ad hominae vlogen mij rond de oren in een expertdiscussie waar vooral de senioren zich roerden. En dan te bedenken dat juist onze generatie ervan wordt beschuldigd om roekeloos en agressief te reageren op online fora en gastenboeken. Ik ben blij om te zien dat er toch nog overeenkomsten zijn.

Er is veel mis met mij. Maar mijn generatie is er nog erger aan toe. Wij zijn de generatie ‘NIX’ (Loes Frijns), generatie ‘egoïsme’ (E. Starink). Wij kunnen niet meer lezen of denken (E. Starink). Wij bekijken als zuigelingen de wereld (Sjuul van Dissel). Wij zijn opgegroeid met een gouden lepel in de mond (Ron Flonders). Oh wij, wij, duivelskinderen. Wij, beginnen zelden voor ons twintigste aan onze loopbaan, maar menen wel direct recht te hebben op een koophuis en één of twee auto’s, om nog maar te zwijgen van een riante pensioenvoorziening, die de meesten van ons straks in staat zal stellen er op hun 60e mee te stoppen (Boudewijn Turin).

Dus steek ik nu maar heel verlegen mijn vingertje op en vraag blozend: lieve babyboomers, mag deze snotneus nog één dingetje zeggen over de inhoud van de reacties?

Inhoudelijk werd mijn stuk in de meeste gevallen puur beoordeeld op één zinnetje. Het zinnetje dat vertelde over het profiteren van de babyboomers en dat ze nu ook weer uit de wind zouden worden gehouden. Als ik had geweten hoezeer dat ene zinnetje de discussie zou domineren, had ik hem weggelaten. Niet omdat hij niet waar is, maar omdat er een inhoudelijk betere discussie gevoerd had kunnen worden als ik hem niet had geschreven.

Waar wilde ik dat de discussie wel over ging?

Alleen over het feit of het rechtvaardig is dat de oudere generatie niet meebetaalt aan de schuld die we met zijn allen hebben opgebouwd. Die schuld stijgt dit jaar naar het hoogste niveau ooit (daar moeten natuurlijk de extra bezittingen van de overheid af en de economie is ook flink gegroeid dus qua percentage is het geen record, maar dan nog). Over die schuld die achterblijft heeft niemand gerept (behalve Jonathan Knibbe die me bijviel).

We zijn zover in de rode cijfers gekomen omdat banken overeind moesten worden gehouden. En zonder een zondaar voor die staatsschuld aan te wijzen: feit blijft dat er stevige bezuinigingen moeten worden doorgevoerd zodat wij, de aanstaand werkende bevolking, ons niet naast een peperdure AOW ook nog eens blauw betalen aan de rente op die staatsschuld. Iedereen die de leeftijdsgrens van de AOW heeft gepasseerd is veilig, die ontloopt de bezuinigingen. Dus nee, de babyboomers laten ons niet achter in een derdewereldland waar we van de honger sterven, maar het heeft er qua staatsfinanciën hier wel eens beter uitgezien.

Oh, had ik dat zinnetje maar niet getypt. Ik had zo graag gewild dat de discussie zou gaan over het gebrek aan geluid vanuit invloed onze generatie. Uw woedende reacties bevestigden mijn vermoeden dat u de stem van mijn generatie niet vaak hoort. Die enkele generatiegenoot in de vakbonden overstemt u met gemak, of u snoert ons de mond met “je mag pas meepraten als je 48 jaar hebt gewerkt, snotneus”. Opvallend dat hetzelfde gebeurde in de discussie over het artikel. Wij communiceren via andere kanalen. De meeste bijval (maar ook hevige discussie) kwam van weblogs als sargasso.nl en het fok!Forum. Terwijl op de expertdiscussiesite een waar babyboombombardement plaatsvond. Toch krijgen wij beduidend minder voor elkaar dan de gevestigde orde. Dus herhaal ik mijn eigen artikel: de jongeren zouden democratische macht moeten hebben maar vinden hun weg niet in de oude systemen die uitgevonden en overbevolkt zijn door babyboomers. Is dat onze fout en ons probleem? Of is het een probleem dat ons allen aangaat en moeten we het proberen op te lossen?

Een andere generatieclash ligt in ‘solidariteit versus egoïsme’. In vele reacties werd geschreven dat de babyboomers ook hebben meebetaald aan de AOW van de generatie daarvoor, en dat het niet solidair zou zijn als wij niet hetzelfde zouden doen. Maar de AOW die wij voor de babyboomers moeten betalen, vraagt een heel ander soort solidariteit van ons. Want u gaat niet meer netjes dood als u 73 bent. U heeft er de afgelopen jaren stilzwijgend al minstens twee jaar bijgekregen aan het einde van uw leven (direct gevolg van studiefinanciering en subsidiering van promotie-onderzoek trouwens). Verder was in 1950 maar 7,7 procent van de bevolking 65 jaar of ouder; nu is dat 14,3 procent; in 2040 is dit percentage gestegen tot bijna 25 procent van de bevolking. De solidariteit die u heeft opgebracht was minder veeleisend dan die nu van ons gevraagd wordt.

Ik ben van mening dat de AOW-leeftijd omhoog moet voordat alle babyboomers met pensioen gaan, zodat de bezuinigingen eerlijk verdeeld worden. En ook zonder dat ene zinnetje in mijn betoog; ook zonder te wijzen naar hoe moeilijk elke generatie het heeft gehad, of wie waar in de geschiedenis de dupe van is geworden, denk ik dat de argumentatie voor dat standpunt staat als een huis.

We hoeven niet te vrezen. Hoe groot de generatieclash ook wordt: we zullen elkaar nooit loslaten. Of onze ouders het nu beter of slechter dan wij hebben gehad, wij erven hun bezittingen of hun schuld. Ouders zullen altijd voor hun kinderen blijven zorgen, en kinderen voor hun ouders als ze dat op den duur zelf niet meer kunnen. En hoe hoog de gemoederen ook oplopen, dit was geen oorlog. Hooguit een opstootje, gebekvecht, als in een huiselijke ruzie die ietwat uit de hand liep. Ik dank u voor uw hartstochtelijke reacties. Het was me een waar genoegen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten